Purple Rain, Puuuuuurple Rain. De geschiedenis van de kleur paars is een interessante en een beetje een vieze. Over het algemeen associëren we paars met royalty, macht en soms misschien met goden en godinnen. Paars is een kleur die je niet meteen voor je zou zien als je aan de natuur denkt. Maar let op! Paars is stiekem zeker wel een natuurlijke kleur, alleen wel erg zeldzaam!
P-p-paars in de p-p-prehistorie
Ongeveer 16.000 tot 25.000 jaar geleden deden de mensen van toen een bijzondere ontdekking in de regio wat nu Frankrijk is. We weten niet hóé ze deze ontdekking deden, maar we weten wel dat ze op een gegeven moment vaststelden dat wanneer mangaan en hematite (hihi) gemixt werden, dit een paarse stof opleverde. Ze gebruikten dit goedje om dieren of de omtrekken van hun eigen handen te tekenen op de wanden van grotten.
Uit het oog, niet uit het hart
Paars zou vanaf dat moment voor lange tijd verdwijnen. Tot aan het Bronzen Tijdperk zagen we eigenlijk niet zoveel paars in het westen. Maar, vrees niet! Rond 1500 voor Christus herontdekte een inwoner van de stad Tyre deze kleur. Volgens de legende ondernam Melqart, de beschermgod van de stad Tyre, een wandeling over het strand met zijn maîtresse Tyros. Zij besloot om haar hond met hen mee te nemen. De hond speelde met een mollusk – een soort slak/weekdier – dat aangespoeld was. Toen de doggo terug was gekomen bij het stel, zagen ze tot hun verbazing dat de bek van de hond helemaal paars was gekleurd!
Net als met iedere legende moeten we ook dit verhaal met een flinke korrel zout nemen. Maar hoe de oorspronkelijke ontdekking van de kleur ook plaatsvond, we weten dat Tyre uiteindelijk het centrum werd van de paarse kleurstofindustrie!
Paars in de Romeinse Tijd
In het Romeinse Rijk was dé statuskleur bij uitstek paars. De toga purpurea was een toga die volledig paars was geverfd en een maximum aan status en aanzien representeerde. Uiteraard was het alleen de keizer die deze toga kon en mocht dragen!
Nu denk je misschien: een toga paars verven zal toch wel meevallen in kostbaarheid? Nou lieve lezers, ga er maar eens goed voor zitten. Hier komt een verhaaltje voor het slapengaan. Het gaat over het winnen van purperkleurstof uit zeeslakken (purperslakken).
Om één gram kleurstof te krijgen, zijn er “maar” tienduizend slakken nodig. 10.000 dus. Vier nulletjes! Deze slakken werden door slaven uit de diepte opgedoken. Dit was een gevaarlijke klus (goh..) en er vielen dan ook veel doden… Als je dit al intens vindt, hou je dan maar vast, want het gaat nog verder! De kleurstof wonnen ze uit een bepaalde klier van de slak. De afscheiding uit deze klier is dan nog bruinig geel. Hmm dat klinkt allemaal niet superfris. De klieren werden gemengd met zout en in… urine gekookt! Daarna moesten ze een tijd buiten in vaten rotten totdat de juiste kleur verscheen.
Ehm, hallo. Goor?! Volgens de overlevering scheen dit, je verwacht het niet, een enorme stank te veroorzaken die vervolgens ook in het geverfde textiel bleef zitten. Die voornaamste en belangrijke personen stonken dus in principe een uur in de wind! Dat zullen we later in de geschiedenis ook nog wel tegenkomen trouwens. Tijdens de Louis XIV-tijd bijvoorbeeld.
Om nog even terug te komen op die keizerlijke toga’s: voor het kleuren van stof ter grootte van een zakdoek, waren al 12.000 slakken nodig. Veel succes dus met zo’n toga van 5 x 3,5 meter!
Het einde van de schaarste
Paars bleef lange tijd een kostbare stof in het Westen. Maar in 1856 was daar de held William Henry Perkin. Hij was een chemicus. Toen hij nog op school zat, deed hij experimenten met kinine – een medicijn tegen o.a. malaria. Deze experimenten mislukten toen helaas. Maar hij maakte hiermee per ongeluk wél een nieuw soort verf dat mauveïne genoemd werd! Deze kleur zou snel bekend komen te staan als mauve. Oké, het is geen medicijn tegen malaria, maar er is tenminste íéts uitgekomen…!
Perkin vroeg in 1856 octrooi aan op zijn nieuwe kleurstof. In 1857 opende hij een verfstoffabriek in Greenford, ten noordwesten van Londen. Aan het eind van dat jaar startte de massaproductie. De stof werd oorspronkelijk gemaakt onder de naam Thyrian purple, verwijzend naar wat ik hierboven heb verteld ;)! In het begin liep de vraag naar de kleurstof nog niet storm, maar Perkin had het geluk dat er veranderingen in het modebeeld gaande waren. In die tijd was Frankrijk dé leider op modegebied. De Franse keizerin Eugénie de Montijo (mijn brein maakt hier Mojito van, oepsie) besloot dat de tint mauve in 1857 dé modekleur bij uitstek was!
Paars in het oosten
Niet alleen in het Westen maar ook in het Oosten werd er met paars gewerkt. In China werd ook zeker de voorkeur gegeven aan paarse verf. Maar het oude China had niet zo veel last van de zeldzaamheid ervan als dat men in het Westen had. Dit kwam dankzij een plant die “Blauw Parelzaad” heette.
Het maken van paarse verf uit de bloemen van deze plant was een véél makkelijker en efficiënter proces dan wat we in het Westen zagen. Maar het was desalniettemin nog steeds moeilijk om mee te werken. De verf die gemaakt werd van deze plant hechtte zich minder makkelijk aan stof. Dit zorgde alsnog voor een bepaalde zeldzaamheid van paarse kleding. Niet zo zeldzaam als in het Westen, maar toch een duurdere keus.
Paars vandaag de dag
Tegenwoordig is paars volgens mij minder een statuskleur dan dat het ooit was. Eerlijk gezegd zie ik niet zo veel paars op straat – ik vind het zelf een moeilijke kleur om te combineren! Gelukkig zijn er nog steeds voldoende ontwerpers die modellen paars gekleed de catwalk op sturen, zodat ik me alsnog kan vergapen aan de verschillende ‘royale’ schakeringen die paars te bieden heeft.
Bronnen
Barbieri, A. (2017). The invention of the colour purple. The Guardian.
Olesen, J. (2021). The History of the Color Purple: A Discovery Worth More Than Gold. Color Meanings.
Schacknat, K. (2014). In en uit de mode. 2000 jaar modevormgeving (1ste editie). Amsterdam University Press.